Slowcooking en sous-vide koken winnen snel aan populariteit onder thuiskoks. Beide kooktechnieken draaien om precisie en geduld: het vlees wordt langzaam gegaard, waardoor het boterzacht en vol van smaak blijft. Maar zelfs met deze technieken blijft één ding cruciaal — de juiste kerntemperatuur. En daarvoor is een goede vleesthermometer onmisbaar. In dit artikel lees je precies hoe je een vleesthermometer gebruikt bij slowcooking en sous-vide, welke temperaturen ideaal zijn, en welke fouten je beter kunt vermijden.
Waarom een vleesthermometer essentieel is bij langzaam garen
Bij slowcooking of sous-vide kook je vlees vaak urenlang op lage temperatuur. Hoewel dat veel controle biedt, is het ook makkelijk om nét iets te lang te garen of de temperatuur te laag te houden.
Een vleesthermometer helpt je om:
-
De kerntemperatuur van het vlees exact te meten.
-
Zeker te weten dat het vlees veilig gaar is (vooral bij kip of varkensvlees).
-
De perfecte malsheid te bereiken zonder uitdrogen.
Zonder thermometer kook je eigenlijk “op gevoel”, en dat werkt bij langzaam garen zelden goed. Elke graad maakt verschil.
Vleesthermometer gebruiken bij slowcooking
Bij slowcooking wordt vlees meestal in een slowcooker, Dutch oven of oven bereid op lage temperatuur (tussen 70 en 120°C). Hier zijn de belangrijkste tips:
-
Gebruik een kernthermometer met draad of sonde.
Kies een vleesthermometer die je in het vlees kunt laten tijdens het garen. Zo hoef je de deksel niet steeds op te tillen, wat warmteverlies voorkomt. -
Plaats de thermometer in het dikste deel van het vlees.
Vermijd bot of vet, want dat kan de meting verstoren. Bij grote stukken vlees zoals pulled pork of brisket is de kern het meest betrouwbare punt. -
Controleer regelmatig de temperatuur.
Vooral in de laatste fase. Wanneer het vlees 2-3 graden onder de gewenste kerntemperatuur zit, kun je het vaak al van de warmtebron halen — het gaart nog iets door. -
Streef naar de juiste kerntemperaturen.
-
Rund (rosé): 55–58°C
-
Varkensvlees: 65–68°C
-
Kip: minimaal 72°C
-
Lam: 60–65°C
-
Pulled pork of stoofvlees: 90–95°C
-
Zo weet je precies wanneer het vlees mals genoeg is, zonder dat het uit elkaar valt.
Vleesthermometer gebruiken bij sous-vide koken
Bij sous-vide kook je vlees in een vacuümzak in een waterbad met een nauwkeurige temperatuurregeling. Je zou denken dat een thermometer overbodig is, maar dat is niet helemaal waar.
Zo gebruik je hem effectief:
-
Controleer de temperatuur van het waterbad met een digitale thermometer.
Veel sous-vide apparaten zijn precies, maar het kan nooit kwaad om dit te verifiëren met een betrouwbare vleesthermometer. -
Meet de kerntemperatuur direct na het koken.
Na het sous-vide garen is het belangrijk om te weten of het vlees de juiste interne temperatuur heeft bereikt. Steek een snelle digitale thermometer in het midden van het vlees zodra je het uit de zak haalt. -
Gebruik de thermometer bij het afbakken.
Na sous-vide wordt vlees vaak kort aangebakken in een hete pan voor een krokant korstje. Houd met de thermometer in de gaten dat de temperatuur niet te hoog oploopt — anders gaat de perfecte garing verloren.
Veelgemaakte fouten bij het gebruik van een vleesthermometer
Zelfs met de juiste apparatuur kun je fouten maken. Vermijd deze valkuilen:
-
❌ De thermometer tegen bot houden → geeft een te hoge meting.
-
❌ De thermometer pas aan het einde gebruiken → dan is het vaak al te laat.
-
❌ Geen kalibratie → goedkope thermometers kunnen 2–3°C afwijken.
-
❌ Slecht schoonmaken → restjes vet of vocht kunnen de sensor beïnvloeden.
Een goede vleesthermometer is bovendien waterdicht en kan hoge temperaturen aan.
Conclusie
Slowcooking en sous-vide zijn geweldige manieren om vlees op topniveau te bereiden, maar het succes hangt af van één cruciale factor: temperatuurbeheersing. Met een nauwkeurige vleesthermometer weet je precies wanneer je vlees perfect mals, sappig en veilig is. Of je nu pulled pork maakt, een rosé biefstuk of kipfilet — met de juiste thermometer krijg je telkens hetzelfde, perfecte resultaat.

