Het aflezen van een weerstation hangt af van het type dat je gebruikt (digitaal of analoog), maar in de basis geeft elk weerstation een aantal standaardmetingen weer. Hier is een duidelijke uitleg van de meest voorkomende onderdelen en hoe je die afleest:

Hoe lees je een weerstation af?

Een weerstation meet verschillende atmosferische waarden. Hier zijn de meest voorkomende metingen en hoe je ze interpreteert:

Temperatuur (buiten/binnen)

• Wat het toont: De huidige temperatuur op de locatie van de sensor.

• Eenheid: Graden Celsius (°C) of Fahrenheit (°F).

• Let op: Sommige weerstations tonen zowel de binnen- als buitentemperatuur, meestal aangeduid als "IN" (binnen) en "OUT" (buiten).

Luchtvochtigheid

• Wat het toont: De relatieve luchtvochtigheid, het percentage waterdamp in de lucht.

• Eenheid: Procent (%).

• Interpretatie:

  • Onder 30% = droge lucht (kan droge huid of irritatie veroorzaken).

  • Tussen 40%–60% = ideaal binnenklimaat.

  • Boven 70% = vochtig (kan schimmelvorming veroorzaken).

Windsnelheid en windrichting (bij uitgebreidere modellen)

• Wat het toont:

  • Windsnelheid: Hoe snel de wind waait.

    • Eenheid: Kilometer per uur (km/u), meter per seconde (m/s) of knopen (kt).

  • Windrichting: Waar de wind vandaan komt (bijv. N, NW, ZO).

    • Vaak weergegeven met een kompasroos of pijl.

• Let op: Windvlagen (kortdurende sterke wind) worden soms apart vermeld.

Luchtdruk (barometer)

• Wat het toont: De atmosferische druk, die weersveranderingen voorspelt.

• Eenheid: Hectopascal (hPa) of millibar (mb).

• Interpretatie:

  • Stijgende druk: Meestal beter weer op komst.

  • Dalende druk: Kans op neerslag of storm.

  • Normaalwaarden liggen tussen 1000–1025 hPa.

Neerslag (regenmeter)

• Wat het toont: De hoeveelheid regen die gevallen is in een bepaalde periode.

• Eenheid: Millimeter (mm).

• Interpretatie:

  • 1 mm neerslag = 1 liter water per m².

  • 10 mm per uur = zware regenval.

UV-index en zonnestraling

• Wat het toont: De intensiteit van UV-straling of zonlicht.

• UV-index schaal:

  • 0–2: Laag risico

  • 3–5: Matig

  • 6–7: Hoog

  • 8–10: Zeer hoog

  • 11+: Extreem

• Advies: Bescherm je huid bij UV-index 3 of hoger.

Historische data en trends

• Veel digitale weerstations geven trends of grafieken weer van de afgelopen 12, 24 of 72 uur.

• Pijlen omhoog of omlaag kunnen trends in temperatuur of luchtdruk aangeven.

Waarschuwingen en meldingen

• Sommige modellen geven meldingen bij:

  • Kans op vorst (bijv. knipperend symbool bij <3°C)

  • Hitte

  • Stormwaarschuwing

  • Hoge luchtvochtigheid

Tips voor het correct aflezen van een weerstation

1. Zorg dat je sensoren correct zijn geplaatst:

   • Buitensensor op een schaduwrijke plek, 1.5–2 meter boven de grond.

   • Niet te dicht bij ramen of muren (voorkomt vervormde metingen).

2. Kalibreer het station als dat nodig is.

3. Controleer de batterijen of voeding regelmatig.

4. Gebruik de handleiding voor interpretatie van symbolen en instellingen.