Envío gratuito en todos los productos.

5 veelgemaakte fouten bij het gebruik van een vleesthermometer

Veelgemaakte fouten bij het gebruik van een vleesthermometer

Een vleesthermometer is een onmisbaar hulpmiddel in de keuken voor iedereen die perfect gegaard vlees op tafel wil zetten. Het lijkt misschien eenvoudig om de thermometer te gebruiken, maar er zijn veelvoorkomende fouten die je kunt maken waardoor je resultaten minder nauwkeurig of zelfs gevaarlijk worden. In dit artikel bespreken we vijf van deze fouten en geven we praktische tips om ze te vermijden.

1. De thermometer verkeert plaatsen

Een van de meest gemaakte fouten is het verkeerd plaatsen van de thermometer in het vlees. Dit kan leiden tot onnauwkeurige temperatuurmetingen en uiteindelijk tot onder- of overgaar vlees.

De sensor van een vleesthermometer is meestal in de punt van de sonde. Als deze niet in het dikste deel van het vlees wordt geplaatst, krijg je een verkeerde meting. Het is ook belangrijk om bot en vet te vermijden, omdat deze sneller opwarmen dan het vlees zelf.

Hoe je het goed doet:
Plaats de thermometer altijd in het dikste deel van het vlees. Bij gevogelte is dit vaak de borst; bij grotere stukken vlees, zoals een rosbief, is het midden de beste plek. Zorg ervoor dat de punt van de thermometer niet door het vlees heen steekt of tegen een bot rust.

2. Niet vooraf kalibreren of controleren

Een vleesthermometer moet betrouwbaar zijn, maar dat kan alleen als deze goed gekalibreerd is. Veel mensen gebruiken hun thermometer zonder na te gaan of deze nog accuraat meet. Dit kan problematisch zijn, vooral bij apparaten die al een tijdje niet zijn gebruikt of vaak intensief worden ingezet.

Hoe je dit voorkomt:
Controleer de nauwkeurigheid van je thermometer door hem in ijswater te steken. Een correcte meting zal 0°C aangeven. Test hem ook in kokend water; dit zou 100°C moeten zijn (op zeeniveau). Als de thermometer afwijkingen vertoont, kalibreer hem volgens de handleiding of overweeg een vervanging als kalibratie niet mogelijk is.

3. Te vroeg of te laat meten

Veel thuiskoks meten de temperatuur van hun vlees op het verkeerde moment. Als je te vroeg meet, kan het lijken alsof het vlees gaar is terwijl dat nog niet het geval is. Te laat meten kan daarentegen betekenen dat je vlees al overgaar is, wat zonde is van je gerecht.

Hoe je dit voorkomt:
Volg de aanbevolen kerntemperaturen voor het type vlees dat je bereidt. Begin met meten vlak voor de geschatte bereidingstijd voorbij is, zodat je het proces kunt volgen. Houd er ook rekening mee dat vlees verder gaart tijdens het rusten. Haal het vlees een paar graden vóór de gewenste temperatuur van het vuur of uit de oven.

4. De thermometer niet schoonmaken

Het lijkt een kleine fout, maar het niet schoonmaken van je vleesthermometer kan ernstige gevolgen hebben. Als je dezelfde thermometer gebruikt voor rauw en gaar vlees zonder hem tussendoor te reinigen, loop je risico op kruisbesmetting met bacteriën zoals salmonella of E. coli.

Hoe je dit voorkomt:
Reinig de thermometer grondig na elk gebruik. Gebruik warm water en afwasmiddel, of veeg de sonde af met een ontsmettende doek. Voor extra hygiëne kun je de thermometer steriliseren met alcohol, vooral als je rauw gevogelte meet.

5. Alleen vertrouwen op de thermometer

Hoewel een vleesthermometer een cruciaal hulpmiddel is, mag je er niet blindelings op vertrouwen. Soms kan de thermometer onjuist geplaatst zijn of een technische storing hebben, waardoor je meetwaarden niet kloppen. Bovendien vertellen de cijfers niet alles over hoe je vlees eruitziet en smaakt.

Hoe je dit voorkomt:
Gebruik de thermometer in combinatie met andere signalen. Kijk naar de kleur van het vlees, controleer of de sappen helder zijn, en voel de textuur. Bij biefstuk kun je bijvoorbeeld de “vingertest” gebruiken om te controleren op gaarheid, terwijl je de thermometer als dubbele controle inzet.

Conclusie

Een vleesthermometer is een krachtige tool om je kookkunsten te verbeteren, maar alleen als je hem correct gebruikt. Door de thermometer juist te plaatsen, regelmatig te kalibreren, op het juiste moment te meten, hem schoon te houden, en ook andere indicatoren van gaarheid te gebruiken, kun je met vertrouwen elke maaltijd perfectioneren.

Vermijd deze veelvoorkomende fouten en geniet van perfect gegaard vlees, elke keer weer!

Post anterior Siguiente post